Ons dagelijkse bewustzijn bevat onze gedachten, onze gevoelens, onze emoties, ons denken en het lichaam met alle – maar dan ook alle – informatie die daaruit kan voortvloeien. Dat is het dagelijks bewustzijn. Dan zijn we nog niet compleet. Er is nog meer. Er is een puur energetisch element. Iets wat energie is en altijd zal zijn.

De ziel. De mens is een drie-eenheid van ziel, geest en lichaam.

Het échte zielsbewustzijn is iets anders dan het dagelijkse bewustzijn en bevat meer informatie dan er in de grootste bibliotheek te vinden is. Ook andere informatie trouwens.

Ons dagelijkse bewustzijn kan informatie vanuit het zielsbewustzijn ontvangen. Met nadruk op het woord ontvangen, want je kunt er vanuit je dagelijkse bewustzijn niet naar toe, het komt naar jou toe. Altijd en onlosmakelijk stroomt deze informatie jouw kant op. Het is te verstaan als je niets meer doet. Maar dan ook echt niets! Zelfs het niets-doen dient overstegen te worden. Dan ben je als glas, zo doorzichtig dat je kunt ontvangen vanuit je eigen vermogen.

Een ander gezichtspunt dan normaal:

We spreken zo vaak over het hebben van een ziel. We hébben haar wel maar we bezitten haar niet. Het is andersom. De ziel heeft ons! Het is de ziel die het leven heeft!

Sta eens stil bij het wonder van het levend zijn. Het lijkt ongeloofwaardig, maar levend zijn is het enige wat ons écht te doen staat en daar hoeven we niet eens iets voor te doen.

Al schrijvende begrijp ik dat je je niet goed kunt voorstellen wat het verschil tussen je dagelijkse bewustzijn en een zielservaring is. Daarom geef ik je even een klein voorbeeldje hoe zo’n zielservaring eruit kan zien:

‘In een huiskamer ligt een lichaam geheel ontspannen op een bank. ‘Ik’ zit er bij en kijk ernaar. Ergens vandaan komt er een impuls en ik schiet weer het lichaam in. Het lichaam staat als vanzelf op en neemt mij hierdoor mee……, zodat ik dit lichaam weer ervaar als ‘tot mijn beschikking staand’. Het lichaam neemt mij mee in ervaring en ik geniet van de ervaring die ik ontvang. Maar ik ben iets anders.

Er is in dit lichaam nog iets anders aanwezig. Er zit een uitgebreide besturing in. Iets wat weet waar het zich bevindt en hoe je daar moet handelen.

Gezamenlijk als een eenheid vertrekken we naar buiten. We komen buiten op een groot groen veld en het lijkt alsof ik meer tot leven kom. Ik stel me in op een ervaring die blijkbaar op me wacht. Mijn lichaam gaat verder met lopen en ik weet dat het besturingssysteem dit lichaam alleen zelf denkt te besturen.

Ik word over een veld gedragen. In de verte zie ik overal hekjes, schuttingen en afbakeningen. Ineens hoor ik: dat doet een mens. Beseft die mens dan niet dat het voor mij niet nodig is? Ik ervaar immers geen grenzen. Ik ervaar dat het besturingssysteem van mijn lichaam weer wil weten wat ik ben.

Mijn lichaam is inmiddels in het gras gaan liggen. Mijn lichaam is ook zelf in staat om te beleven. En ik kan het daardoor ervaren. Ik kan ervaren dat mijn lichaam het gras als zacht beleeft.

Moeder Aarde draagt mijn lichaam, zegt ze. De Aarde is het, die mijn lichaam ondersteunt en laat beleven. De Aarde vraagt me haar te voelen en direct doorspoelen allerlei levensvormen mijn bewustzijn. Een zielsbewustzijn. Dat is wat ik ben!

Ik ben een bewustzijn, met een lichaam om me te vervoeren. Een lichaam met een innerlijk besturingssysteem dat kan handelen en mij kan laten ervaren. Ik weet dat ik tijdelijk vastzit aan dat lichaam, maar aan de andere kant ben ik nog steeds zo vrij als een vogeltje. Én in staat te ervaren op een totaal andere wijze dan het lichaam met z’n innerlijke besturing!

Wat ík op dit moment ervaar is volkomen stilte. Volledige stilte.

Ik weet dat er veel lawaai om me heen gaande is, maar dat zijn registraties van de besturingssystemen. Al die naar buiten gebrachte en innerlijk gebleven geluiden zijn voor mij overbodig, want ik versta alle levensvormen zonder geluid. In wat voor vorm dan ook. Ik weet dat ik ieder levend wezen kan verstaan. En dat ze me alles vertellen wat nodig is. Zonder enig geluid!

Ieder bewustzijn neemt me mee in gewaarzijn zonder dat het nodig is om be’naam’d te worden. Klanken en geluiden komen voort uit onderscheidingen maken. Onderscheiden, scheidingen maken door uiterlijk of innerlijk geluid. Wat een karwij voor al die besturingen. Maar ieder bewustzijn bestaat zonder dit alles! God zij dank.

Ik ervaar dat al die verschillende levensvormen mij – in stilte – hun weten kunnen schenken. Ik ervaar dan gewoon met ons gezamenlijk bewustzijn. Het is niet nodig om alleen vanuit mezelf te zien, want alle levensvormen kunnen mijn ogen zijn. Alle levensvormen zijn bewustzijn in een vorm en niets anders. Net als ik.

Samen! Weten we! Alles!

Hoe die mens daartussen past? Welke mens spreekt de taal der stilte waarin je alles kunt horen?

En … ergens héél ver vandaan hoor ik een stille stem …, één die ik met heel mijn wezen herken: “Help de mens dit bewustzijn te vinden, daarom heb jij nu van Mij een mensengedaante gekregen.”

Kijken we naar het heden dan bestaan onze dagelijkse bezigheden bijna geheel uit het reageren vanuit onze besturingssystemen. Zolang we hiermee bezig zijn kunnen we niet tot het besef komen van het échte levend zijn. Het lijkt wel of we hier actief aan deelnemen, maar wat we doen is in reactie staan tot wat we vandaag in onszelf tegenkomen. Dit reageren is een bestaansmogelijkheid die nooit méér kan zijn dan een kettingreactie die zich tot in de eindigheid van jouw leven voortzet.

De enige échte actie die je pleegt, doe je zonder dat je er iets voor dóet. Namelijk leven! De enige échte actie is leven. De rest wat we doen is een reactie op dat levend zijn. Of dit nu in relatie tot elkaar gebeurt of gewoon in onszelf, doet niet ter zake. Het is en blijft reageren. Ten aanzien van elkaar reageren we op wat een ander zegt of doet. En onze reactie brengt een ander weer tot reageren. Dat vult voornamelijk onze levens. Reageren is vulling opbouwen.

Levend zijn is iets wat je bent. Het is de krachtigste zijnswijze in hóe je aanwezig bent. En juist van leven weten we te weinig. We weten dát we het doen, maar niet hóe we het doen. Zolang we bezig zijn met vulling opbouwen, kunnen we ook er niet achter komen wat leven is. We leren wel wat vulling betekent. Vulling brengt beleving in de vorm van gedachten, gevoelens, emoties en ervaring.

Een mensenleven lijkt een beetje op een wedstrijd met een startschot en een eindfluitje. En jij en ik lopen ergens in die wedstrijd rond zonder te weten in welke minuut van de wedstrijd we aanwezig zijn. Zonder dat we zelfs weten hoe de stand is, maar altijd onderweg. Waar we ook zijn of wat we ook doen, alles behoort bij het leven. Zolang je levend bent, ben je op de wereld om wat….?

Om levend te zijn. Want dat ben je.